Andrew zat rustig in de eetruimte zijn eten op te eten. Wat nogal heel logisch was eigenlijk. Wat de jongen de laatste dagen had meegemaakt, dat meisje Hayden dat opeens raar was beginnen doen, dan zijn kamergenoot die nog nooit een gitaar had gezien, en dan nog enkele mensen hier die het echt niet met hem hadden en hem wel dagelijks met iets kwaad kregen al was het nog niet gebeurd dat hij een woedeaanval kreeg door hun doen. Met zijn vork wou hij een erwt op prikken, alleen ging het stomme ding altijd van hem lopen. Met enige irritatie bleef hij toch maar proberen om die ene erwt te pakken te krijgen zonder feitelijk door te hebben dat er nog een heleboel andere erwten op zijn bord lagen. Een zucht schoof over zijn lippen waarna hij even kort op keek, veel volk zat er hier niet. Of toch niet meer. Bekende zaten er ook niet bij, dus dat speelde dan wel weer in zijn voordeel zo zou niemand hem hier bezig zien om die erwt te pakken te krijgen. Toen hij uiteindelijk een doorbraak had, grijnsde hij even triomfantelijk waarna hij rustig verder ging met eten. Tot opeens zijn bord omver gekieperd werd en dus leuk over zijn shirt kwam. Met een ruk keek hij op, recht in de ogen van een van die kinderen die hem al heel die tijd dat hij hier zat irriteerde. “Wat denk je dat je hier doet? Dit is onze tafel, maak dat je weg komt sukkel.” Bromde de jongen naar hem. Andrew zette zijn handen op de tafel en duwde zich zo recht, zijn armen waren aan het trillen, iets wat meestal betekende. Zonder enige waarschuwing schoten zijn handen naar omhoog greep hij de jongen bij zijn kraag vast en sleurde hem meteen over de tafel om hem daarna op de grond te gooien en op hem ging zitten met zijn knieën langs weerszijde van zijn lichaam zodat hij onmogelijk weg kon. Alles was een waas geworden voor de zwartharige jongen, zijn vuisten had hij gebald, pure woede vloeide er door hem heen. Nog geen tel na dat hij hem op de grond had gegooid was hij de jongen al hard op zijn gezicht aan het slaan, deze verweerde zich door ook enkele klappen uit te delen, maar deze leek Andrew helemaal niet te voelen, onophoudelijk sloeg hij op zijn gezicht, zodat hij de jongen al snel genoeg zag bloeden. En dan opeens werd hij stevig bij zijn armen vast gegrepen en omhoog getild, de jongen stribbelde hard tegen waarop hij de andere jongen die op de grond lag nog een paar trappen gaf. ‘Laat me los!’ Schreeuwde Andrew. Begon met zijn armen te bewegen om zich los te krijgen, en daarna voelde hij een prik in zijn nek. In een paar seconden tijd werd alles zwart voor zijn ogen en moest hij zich wel mee laten sleuren door hen zonder iets te doen. Hardhandig werd hij neer gegooid in de cel, belandde ruw met zijn kop tegen de grond maar hij bleek niet wakker te worden. Daar lag hij dan, compleet verdoofd door een stom iets dat in hem was geïnjecteerd.
Een klein uurtje later opende hij verward zijn ogen. Keek even rond, merkte op het eerste zicht niet echt iemand op. Daarna ging zijn blik naar zijn handen die nog bedekt waren met bloed van die ene knul. Juist, die ene jongen die zijn bord had omgekieperd had een kettingreactie van gevoelens veroorzaakt. Haat, woede, irritatie, pijn en zelfs verdriet op een of andere manier. Het had een kortsluiting veroorzaakt bij hem in zijn hersenen en zo had hij zich niet meer onder controle kunnen houden. Zo was hij op de jongen gevlogen. Uit een nieuwe opkomende woedebui sloeg hij hard op de grond. Great nu zat hij hier, en kon hij hier maar op de muren liggen staren. Hoe gezellig was dat wel niet? Niet dus.