Character sheet Naam: Dawn Lynn Partner: Could you accept living in a dream? Reden van plaatsing: Live in their own fantasy world en paniek aanvallen.
Onderwerp: Don't lie to me! ma dec 26, 2011 4:28 am
"Wil je iets voor me doen Dawn? Wil je tekenen wat je ziet?" De jonge man keek haar vriendelijk aan, hij droeg een simpele spijkerbroek en een grijs shirt met opdruk. Hij zag er goed uit voor zijn leeftijd, ze schatte hem een jaar of zevenentwintig. Te oud om mee te gaan flirtte, althans dat vond zij. Tien jaar was toch echt iets te veel. Over het eikenhouten bureau heen werd een wit vel naar haar toe geschoven, samen met een pas geslepen potlood. Automatisch verscheen er een glimlach op haar gezicht, ze hield van tekenen en al begreep ze niet waar de man op uit was ze zag niet in waarom ze niet zou doen wat hij vroeg. Tenslotte had haar vader niks gezegd, en als er iets mis zou zijn met deze man had hij dat zonder twijfel gedaan. Hij liet zijn dochter heus niet in een val lopen, nooit. Ze pakte het potlood vast, begon te schetsen wat ze zag. Het enorme raam waardoor je de witte huizen kon zien, met daarachter het begin van de pier en als je heel goed keek de glinstering van de zee. Het eikenhouten bureau, de dennen slinger die aan het kozijn was vast gemaakt, de kerstboom in de hoek van de kamer die naast de open haard stond. Het witte tapijt op de grond, dat het zachte getik van haar hakken had gedempt. Ook de man tegenover haar schetste ze, zijn warrige krullen, de scherpe jukbeenderen, het litteken op zijn slaap. De gouden ring kond de ringvinger van zijn linker hand, de papieren op de tafel, de nietmachine, het pennenbak'je, de zegelring die op het rijkelijk versierde stempel doosje lag. Alles tekende ze, tot in de kleinste details. De punt van het potlood gleed snel over het papier, liet dunnen, met vaste hand getekende lijnen achter. Uiteindelijk legde ze het potlood neer, tien minuten had ze geconcentreerd zitten tekenen. Al die tijd had de man haar zwijgend gade geslagen, haar hand met zijn ogen volgend. Ze draaide het papier om, schoof het naar hem toe. "Wat wilt u hier mee?" Met haar hoofd een tikkeltje schuin keek ze de man vragend aan, terwijl ze met haar hand een pluk van haar blonde haren uit haar gezicht streek. "Zo kan ik zien wat jij ziet." Antwoordde de man, Dawn fronste. Waar had die gast het over, zien wat zij zag? Ze zagen toch allemaal het zelfde? Hij was verdomme werknemer in dit hotel, dan wist hij toch ook wel hoe alles in elkaar stak? "Maar u ziet toch ook wat ik zie?" Ze voelde zich plotseling niet meer zo op haar gemak, plots had ze er spijt van dat ze met de man mee was gelopen. Was ze maar gewoon bij Chloë in de foyer gebleven. "Nee, Dawn dat doe ik niet. Pak je tol eens?" Ze aarzelde, hoe wist deze man van haar tol? Bijna niemand wist daarvan, ja haar familie en de familie van Christiaan. Meer mensen wisten het niet, het was niet iets wat je aan iedereen vertelde. "Kom op Dawn, ik pak het heus niet af." Dawn slikte, haalde het kleine ijzeren tolletje uit haar broekzak. Ze had hem van haar vader gekregen op haar negende verjaardag, hij had het mee genomen uit Taiwan. Destijds had hij nog als SEAL gewerkt. "Draai hem eens?" Hij sprak nog altijd vriendelijk, en iets in zijn stem maakte dat ze deed wat hij vroeg. Ze liet het tolletje draaien, wetend dat het niet zou vallen. Dat deed die nooit, hij stopte pas met draaien als zij hem tegen hield. Dat maakte deze tol zo bijzonder. "En draait ie nog?" Vroeg de man na zeker vijf minuten. De tol lag al vier minuten op zijn kant, bewegingloos. "Ja, hij draait nog. Waarom vraag je dat, je ziet het toch?" Antwoordde Dawn zonder haar ogen ook maar een seconden los te maken van het tolletje. "Het draait niet meer Dawn, hij is al lang gestopt. Geen enkele tol kan zo lang draaien, het is niet echt. Je bent niet in een hotel, je bent in een kliniek. Disturbia, ik ben geen manager, maar een psycholoog." Vertelde de man rustig, alsof het niets was wat hij zij. "Je liegt!" Schreeuwde Dawn, ze scheurde haar blik los van de tol keek de man strak aan. Opzoek naar iets dat haar kon vertellen dat het een grap was, dat hij haar voor de gek probeerde te houden. "Nee, Dawn. Denk na, een tol kan niet blijven draaien. Dat kan niet, en hoe kan het dat jij je vader hoort terwijl hij ontvoert is? En hoe kan het dat ik dit alles weet?" Vervolgde de man op dezelfde rustige manier. "Je liegt! Je liegt! Je liegt!" Gilde Dawn, terwijl ze haar handen tegen haar oren drukte. Om het gekrijs dat ze hoorde te stoppen. Haar lichaam begon te trillen. Wat was dat? Wat gebeurde er? De geur van bloed, een zoete ijzeren en bovenal misselijkmakend geur. "Stop! Stop alsjeblieft!" Tranen liepen over haar bleke wangen. "Dawn, je bent niet in een hotel je bent niet in Los Angeles." Ging de man rustig verder, alsof hij niet in de gaten had dat ze een aanval had. "Je liegt!" Ze sprong overeind, wou hem aanvliegen maar twee sterke handen grepen haar vast. Ze probeerde te ontsnappen uit de greep van de man, schopte en sloeg. Maar niks hielp, ze werd opgetild en door de gang van het hotel naar een kamer gebracht. Waar ze half naar binnen werd gegooid, met een klap belande ze op de grond. Voor een moment bleef ze versuft liggen, waarna ze naar de deur probeerde te kruipen. Maar de man was verdwenen en de deur zat op slot. Naast haar lag het tolletje, één tweede man had het mee genomen en hem achter haar aan naar binnen gegooid. Dawn drukte haar handen tegen haar oren, waarom stopte dat gekrijs nu niet? Waarom rook ze bloed? Tranen liepen over haar bleke wangen, vielen op het witte tapijt en lieten donkere vlekjes achter. Ze trilde over haar hele lichaam, leunde met haar rug tegen de rood geverfde muur. De muur was in werkelijkheid wit geschilderd, zoals de meeste kamers in het gebouw en op de vloer lag een zijl dat er voor zorgde dat op Dawn's huid kippenvel stond. Tenslotte droeg ze niet meer dan een zomers jurkje.
[Iedereen Welkom!]
Niaex
Aantal berichten : 13 Registratiedatum : 26-12-11
Character sheet Naam: Niaex Partner: Don't look at me, babe. Reden van plaatsing: Sociale stoornis. Scherpe zintuig(en).
Onderwerp: Re: Don't lie to me! ma dec 26, 2011 10:02 am
Met zijn handen tegen zijn oren, stond Niaex te kijken naar de grijze muren die zijn kamer ontsierde. Hij sloot zijn ogen even en liet toen het gesprek door zijn hoofd gaan die hij met zijn ouders had voordat hij richting Disturbia moest. Hij keek naar zijn koffer en keek er even twijfelend naar. Hij deed een shirt aan, met een spijkerbroek eronder, met daaronder zijn Nikes met een open neus en deed een zwart vest aan. Hij keek even naar zijn haar in het verroeste spiegeltje die er hing en deed het in de golvende beweging zoals hij normaal had. Hij keek kalm opzij en liet toen zijn blik naar voren glijden. ‘Niaex?’ vroeg opeens een mannenstem en Niaex opende zijn ogen en liet zijn handen van zijn oren zakken. De man keek hem glimlachend aan, waardoor Niaex zijn hoofd even scheef hield, ten teken dat hij luisterde. Hij had nog geen enkele keer gesproken tegen een van de bewakers. Hij vond het moeilijk om als eerste zijn mond open te doen en sprak liever met gebarentaal dan dat hij woorden gebruikte, ook al was het soms beter om woorden te gebruiken, zoals toen hij viel bij het meisje in het prieeltje. Een rilling ging door hem heen toen hij dacht aan de koude sneeuw die hij tegen zijn blouse gevoeld had. De ijselijke blik van de bewaker achter de man liet Niaex even sidderen. Had hij ergens problemen mee? Niaex zette aarzelend een stap naar voren toen de man hem dat opdroeg te doen, zijn ogen gefixeerd houdend op de man voor zich. Zijn hoofd draaide toen hij gegil hoorde, het leek nog het meest op die van een meisje. Het gegil maalde na in zijn hoofd en zonder na te denken sprintte Niaex langs de mannen af de gang in, waar hij het gegil nog steeds hoorde. Het vormde meteen een andere betekenis in zijn hoofd dat het werkelijk was. Hij had het gevoel alsof zijn hoofd zou barsten als het gegil niet onmiddellijk ophield. Hij wou dat het meisje stopte met gillen en wou ook weten wat er aan de hand was. Misschien was dat wel een tweede stoornis van hem. Hij vatte geluiden en beelden veel te scherp op, zijn zintuigen leken veel scherper te zijn. ‘Niaex, kom terug!’ riep een stem achter hem, iets wat ook sneed aan zijn oren, maar niet zoveel als het gegil.
Zonder zich iets aan te trekken van de roepende man achter zich, rende Niaex richting het gegil, dat zijn trommelvliezen nu echt kapot leek te maken. Hij sloot zijn ogen even en merkte daarbij niet op dat er een muur voor hem gevestigd was. Met volle kracht liep hij tegen de muur op en viel neer. Bloed sijpelde over zijn voorhoofd en hij voelde hoe hij aan zijn arm omhoog getrokken werd. Zijn ogen opende zich en hij keek recht in het medelijdende gezicht van de bewaker die hem vasthield. ‘Ga jij maar even afkoelen, jongen,’ zei hij en hij wou terug lopen naar Niaex’ kamer, maar Niaex schudde zijn hoofd en wees richting de isoleercellen. De man leek hem niet te begrijpen en schudde verbaasd zijn hoofd. Niaex legde zijn hand op de borstkas van de man om zijn aandacht te trekken en wees toen met zijn vinger naar de grond. De man begreep de hint en zette hem neer. Zonder een woord te zeggen tegen de man, liep hij richting de cel waar hij nu duidelijk luid gesnik hoorde. ‘Jongen, het zou beter zijn als je rechtsomkeer maakt. Het is niet goed voor de andere patiënten als je hun gaat lastig vallen,’ riep de man Niaex na, maar Niaex trok zich er niks van aan en zijn handen omklemden de spijlen die aan de deur gevestigd waren. Door de spijlen heen zag hij een meisje liggen. Ze had blond haar en leek wel in paniek te zijn. De man achter hem had het opgegeven en hield dramatisch zijn handen in zijn nek. ‘Ik heb je gewaarschuwd,’ zei hij toen tegen Niaex. Hij had overduidelijk geen zin of geen tijd om zijn tijd te verspillen aan een zestienjarig jong die maar niet wou luisteren naar hem. Kalm keek Niaex richting het meisje en probeerde de woorden te vinden die een normale jongen allang gezegd had. Hij kon alleen maar naar haar kijken en wensen dat ze zou stoppen met huilen. ‘Hé,’ zei hij zachtjes naar het meisje toe en keek ondertussen naar het slot. Hij wenste dat hij de sleutel had. Hij keek opnieuw naar het meisje. ‘Wil je alsjeblieft stoppen met huilen?’ vroeg hij zacht aan het meisje, waarna hij zijn kristalblauwe ogen naar haar liet kijken en in zichzelf hoopte dat ze zou stoppen met huilen, zodat het afschuwelijke getik in zijn hoofd zou ophouden.
- Mag ik?
Dawn
Aantal berichten : 18 Registratiedatum : 25-12-11
Character sheet Naam: Dawn Lynn Partner: Could you accept living in a dream? Reden van plaatsing: Live in their own fantasy world en paniek aanvallen.
Onderwerp: Re: Don't lie to me! di dec 27, 2011 4:12 am
Het gegil zwol aan, Dawn drukte haar handen tegen haar oren. Probeerde het geluid buiten te sluiten, maar besefte dat dit onmogelijk was. Het gegil echode, leek versterkt te worden door de hoge kamer muren. Tranen rolde over haar wangen, haar lichaam trilde onophoudelijk. Plukken van haar blonde haren vielen in haar gezicht, haar ademhaling was snel en oppervlakkig. De geur van vers bloed maakte haar misselijk, een schot weerklonk door de kleine ruimte. Dawn kromp in elkaar. "Laat het stoppen." Jammerde ze, niet dat iemand haar zou horen. Ze was alleen, helemaal alleen en ook haar vader hield zich angstvallig stil. Terwijl ze zijn stem nu juist goed zou kunnen gebruiken. Haar handen had ze tot vuisten gebald, zo hard dat haar nagels zich in het vlees van haar handpalmen begonnen te boren. Wat was dit? Waar kwam dat gegil vandaan, die schoten, die misselijkmakend'e geur? Zou die psycholoog gelijk hebben, bedacht zij alles? Nee, nee dat deed ze niet. Dit was niet wat ze normaal hoorde, wat ze normaal zag en ze had toch gewoon een gesprek met hem kunnen voeren? Hoe had dat gekund als ze toch alles bedacht? Je bedacht toch niet iemand die je ging vertellen dat je alles bedacht? Dat sloeg werkelijk nergens op. Weer een schot, "Alsjeblieft laat het stoppen." Smeekte Dawn, haar stem verstrikt met tranen. Een zachte stem, drong door het gegil heen. Deed het wegebben, langzaam blies Dawn de ingehouden lucht in haar longen uit. Weer die zachte stem, of ze wou stoppen met huilen. Langzaam draaide ze haar hoofd een stukje, door het geopende raam heen keek een jongen haar aan. Met de rug van haar hand streek ze langs haar betraande wangen, het gesnik was gestopt. Een zekere kalmte was op haar neer gedaald, het geschreeuw wat gestopt de bloed geur verdwenen. Ze pakte het tolletje op, zette het rechtop en liet hem draaien. Alsof hij geen weerstond ondervond aan het tapijt , logisch aangezien er helemaal geen tapijt lag, draaide het dring rondjes. Voor een moment bleef ze er ingespannen naar turen, geen kleine zwaberringen niks dat suggereerde dat het op kon vallen. Die eikel had gewoon gelogen, waarom wist Dawn niet. Misschien omdat hij het leuk vond meisjes als haar door te laten draaien, Dawn kwam overeind. Deed een stap in de richting van het raam. "Dankje." Mompelde ze, tenslotte had de jongen er voor gezorgd dat het gegil stopte. "Ik euhm... sorry." Zei ze zacht, zich realiserend dat ze zich belachelijk had gedragen. Maar het gegil, die geur het had zo levensecht aangevoeld. Met haar hand streek ze enkele van haar blonde haren uit haar gezicht. "Ik ben Dawn." Stelde ze zich na een korte aarzeling voor. Chloë, zou waarschijnlijk boos worden omdat ze haar echte naam gebruikte, maar momenteel kon het haar weinig schelen.
Niaex
Aantal berichten : 13 Registratiedatum : 26-12-11
Character sheet Naam: Niaex Partner: Don't look at me, babe. Reden van plaatsing: Sociale stoornis. Scherpe zintuig(en).
Onderwerp: Re: Don't lie to me! di dec 27, 2011 7:42 am
Het getik stierf langzaam weg toen hij haar zachte stem hoorde. Haar stem klonk al even zacht als de zijne en streelde zijn trommelvliezen liefelijk, alsof ze dat expres deed. Eerst zijn trommelvliezen helemaal van de baan janken en dan met haar zachte stem verzorgen. Hij wist zelf ook wel dat dit echt belachelijk klonk, maar zo voelde het wel voor hem. Hij was blij dat het getik ophield en dat zij ophield met huilen, ook al zou hij het liefst het slot openbreken en naar haar toe gaan. Hij hield er niet van als hij het voor mensen verpestte en vanaf een afstandje moest toekijken hoe ze daar gebroken zaten. Hij had uit de val van Nina geleerd dat hij naar meisjes moest toegaan en zijn armen om ze heen moest slaan om ze te helpen. Of was dat juist tegen de wil van het meisje? Hij wist het niet. Het meisje op de speelplaats van zijn oudere school leek het wel fijn te vinden toen er een jongen op haar afkwam en haar omhelsde. Of lag het juist aan de jongen? Wie was die jongen eigenlijk die het gedaan had? Was het een bekende geweest of was het een onbekende, net zoals Niaex nu voor het meisje was? Hij wist het niet zeker. Hij schudde zijn verwarrende gedachten even en besefte dat het meisje sprak. Weer die zachte stem die zijn trommelvliezen streelde en hem naar haar lieten luisteren. Hij stak zijn handen in de lucht en schudde zijn hoofd, als een soort overgave. ‘Geen probleem,’ fluisterde hij zachtjes en hij was blij dat hij haar had kunnen helpen, ook al wist hij niet op welke manier hij dat gedaan had. Hij schudde zijn hoofd even en liet het maar bezinken. ‘Niaex,’ zei hij kalm en hij liet zijn kristalblauwe ogen het hoopje op de grond onderzoeken. Jammer dat hij niet een speldje bij zich had, misschien kon hij anders de deur open krijgen. Hij begreep zichzelf niet meer. Eerst wou hij geen enkel contact met mensen, zelfs niet met meisjes en nu wou hij er alles aan doen om bij een meisje te zijn, om haar te troosten. Hij slikte even en voelde een huivering door zich heen schieten. Was hij vorderingen aan het plegen in zijn sociale stoornis? Was zijn sociale stoornis wel de exacte reden dat hij hier geplaatst was? Wat hielden ze voor hem geheim?
Hij slikte even. Hij werd zich meer en meer bewust dat zijn ouders elke dag tegen hem gezegd hadden dat hij het moeilijk had met het ontwikkelen van sociale contacten, maar was het dat wel eigenlijk? En waarom kreeg hij steeds getik in zijn hoofd als een geluid te scherp voor hem was? Had zijn moeder hem wel de waarheid van zijn probleem verteld, of was hij voorgelogen? Was hij wel werkelijk met de ‘sociale contacten stoornis’ in deze kliniek gestopt of was het om een heel andere reden? Hij slikte even. Nee, hij had wel degelijk problemen met contacten, maar hij voelde gewoon dat hij ook nog andere problemen had, ook al wist hij op dit moment niet goed welke. In elk geval iets met zijn zintuigen. Hij zou er wel achter komen. Misschien was hij paranormaal begaafd en waren sommige zintuigen sterker dan de anderen. Het zou zomaar kunnen. Helaas was hij in school niet paranormaal begaafd, anders werd hij allang niet meer gepest. Hij slikte even en voelde zich misselijk worden. Hij had wel vaker last van scherpe zintuigen. Hij voelde zelfs een haartje in zijn trui zitten als hij die had zitten, hij rook sommige geuren te scherp wat hem deed niezen, hij kon verschillende kruiden onderscheiden als hij iets at en nu dit weer. Hij schrok. Dit had hij in een paar levensjaren ontdekt, maar wat als er nu echt meer was? Wat als zijn moeder hem onwetend voor meer in deze kliniek gestopt had? Hij wist het niet. Hij keek even aarzelend naar het meisje. ‘Ligt hier ergens een sleutel?’ vroeg hij met zijn hese stem.