De eekhoorn

Slenterend en vermoeid liep john door de gang. Hij miste sarah. Een meisje uit florida waar hij ooit goede vrienden mee was. Na de dood van zijn ouders hadden ze elkaar lange tijd niet meer gesproken. Hij dacht aan de momenten waarop ze als klein kind door de straten hadden rondgerend. John was helemaal in gedachten verzonken en kon nog maar net op tijd uitwijken voordat hij tegen een man met een witte jas aan botste. Hij besloot om naar buiten te gaan. Hij had frisse lucht nodig. Hij volgde het bordje met rozentuin en kwam uiteindelijk buiten in de tuin aan. Hij liep door de hele tuin en bewonderde de exotische bloemen die er in stonden. Na een kwartiertje in de tuin te hebben gewandeld nestelde hij zich tegen een boom en opende het boek dat hij vanuit Florida naar hier had meegenomen. John was dol op lezen omdat het een van de weinige dingen was waarbij hij zijn fantasie volledig de vrije loop kon laten gaan. Hij zette mijn rugzak die hij op mijn rug droeg naast zich neer en haalde er een boterham uit die hij nog van het ontbijt had overgehouden en in een zakje had gestopt. Ook had hij een paar nootjes in mijn rugzak zitten die hij van de reis had overgehouden naar Disturbia. De zon scheen fel en het was dan ook een warme dag in disturbia. Een boterham etend begon hij met lezen in het boek dat hij meegenomen had. Hij slaakte een zucht van verlichting.

Een paar uur later was john nog steeds aan het lezen. Plotseling viel er een kleine schaduw op de bladzijde waar hij aan het lezen was. Abrupt stopte hij en keek omhoog. In de boom zat een eekhoorn die nu in een vloeiende beweging omlaag klauterde en dicht bij john in de buurt gaan staan. De eekhoorn keek naar de tas en john wist meteen waar het diertje op aasde. Hij oakte zijn rugzak op zijn schoot en haalde het zakje met nootjes eruit. Hij legde er een paar van op zijn hand en stopte de het zakje met de rest van de nootjes weer terug in de tas. 'Alsjeblieft', zei hij tegen de eekhoorn terwijl die meteen uit de hand van john ging eten. John sloeg het boek dicht en legde het naast zich neer terwijl hij de eekhoorn eens goed in zich op nam. Hij vroeg zich af of er meer eekhoorns waren en of dit de eekhoorn zijn vaste plek was. Hij aaide het diertje over zijn hoofdje maar meteen deinsde de eekhoorn achteruit en rende de boom in. De eekhoorn was verdwenen. Teleurgesteld pakte john zijn boek op en ging verder met lezen. Hij was nu al op de helft van het boek. Hij sloeg het boek dicht en stopte hem in zijn rugzak en ritste de tas dicht. Hij sloot zijn ogen en liet zijn gedachten varen. Hij hoorde hoe voetstappen zijn kant kwamen opgelopen en opende zijn ogen terwijl hij zijn had voor zij ogen hield om het felle zonlicht tegen te houden en de persoon die op hem af kwam gelopen beter te kunnen zien.