Kaylah keek met een wazige blik voor zich uit terwijl ze onrustig met haar voet tikte. De auto reed inmiddels al meer dan drie uur aan een stuk door en er begonnen vlagen van misselijkheid te ontstaan. Kaylah hield zich groot, het liefste had ze allang geschreeuwd dat ze de auto uit moest en wanneer er niet werd geluisterd simpelweg de deur van de auto opengegooid. Dit had ze gedaan, al er tenminste de mogelijkheid voor was. Ze was daar enkel niet dom genoeg voor. Wanneer ze zou gaan gillen zouden de twee beveiligers haar, waarschijnlijk met geweld, tot stilte manen, iets wat voor hen wordt gezien als een dagelijks klusje, gehoorzamen aan een zeventienjarige gestoorde weigeren ze. En wat het open trekken van de deur betreft, dat was al helemaal uitgesloten met de strakke handboeien om haar polsen. Door een paar keer te knipperen verdween de wazigheid voor haar ogen en ze richtte haar blik op de blauwe emmer die stevig tussen haar benen geklemd stond. Toen ze de auto in stapte had ze de emmer demonstratief meegenomen, zonder te weten of dat het wel mocht. De beveiligers hadden elkaar een ogenblik aan gekeken en er daarna geen aandacht aan besteed. Wat maakte hun immers zo’n emmer uit? Hun enige taak was om mensen te vervoeren en te zorgen dat ze tijdens de rit niet vervelend waren. Waarschijnlijk hadden ze geen idee dat juist die emmer de reden was dat ze naar Disturbia moest, of tenminste een deel ervan. Ze moesten gedacht hebben dat ze snel wagenziek werd en vreesden voor een kostvlek in de bekleding van hun auto. Toch maakte dit haar niet minder onrustig. Het idee dat ze haar hoofd enkel voorover kon buigen en haar haren en kleding niet kon beschermen maakte haar misschien enkel onrustiger. Kaylah haalde een paar keer diep adem en keek via het raam naar buiten. Een trucje wat ze zichzelf in de loop der jaren had aangeleerd om minder onrustig te worden en een paniekaanval te voorkomen, die nog meer misselijkheid met zich mee zou nemen. Het viel Kaylah op dat de eindeloze woestijn zich had verruild voor een verlaten dorp met wat aftandse huizen. Een kerktoren tuimelde boven de huizen uit, als een soort centraal punt. De tijd leek hier de afgelopen honderd jaar stil te hebben gestaan.
‘Zo juffrouw Green, nog even en we zijn er,’ zei de beveiliger rechts van haar met een zware, donkere stem. Jufvrouw. Ze herhaalde het langzaam in haar hoofd. Het klonk vreemd, ouderwets. Het paste precies bij de omgeving waar ze was beland. Het kon in de kliniek een normale zaak zijn om elkaar zo aan te spreken, of een flauwe grap van de beveiliger. Beide zouden haar niks verbazen. Iets wat in de verte doemde een groot wit gebouw op. Het leek op een cliché hotel uit films. Waar met led verlichting op de voorkant het woord hotel gespeld stond en de letters van de eerste twee letters uit was gevallen. De auto remde af en als reactie hierop haalde de beveiliger de handboeien van Kaylah haar polsen. Snel griste ze de blauwe emmer van de grond en klemde het hengsel in haar hand alsof het een pot met goud was. Ze stapte de auto uit en zoog een teug frisse lucht naar binnen. Het voelde goed om weer met haar voeten op de grond te staan en niet in een rijdende auto. De beveiliger haalde haar trolley uit de achterbak en gaf Kaylah een klein duwtje in de rug, als teken dat ze naar de ingang van het gebouw moest lopen. Kaylah gehoorzaamde en liep de emmer in haar handen geklemd het gebouw binnen, terwijl de beveiliger haar trolley meedroeg.
‘Deze breng ik naar achteren voor controle,’ zei de beveiliger, terwijl hij haar trolley wat hoger tilde om aan te geven dat hij die bedoelde. Ze vond het maar en eng idee dat mensen door haar spullen zouden snuffelen opzoek naar verboden waren. Haar maagtabletten zou nakijken op drugs, denkend dat ze verboden middelen naar binnen had gebracht voor de anderen patiënten, misschien een illegale handel zou beginnen. Ideeën die hier voor nog niet eens in haar op waren gekomen.
‘Nog veel succes verder jufvrouw Green.’ Kaylah gaf een knikje als reactie waarna de beveiliger wegliep. De gedachte dat hij haar succes wenste in haar nieuwe thuis was beangstigend. Haar nieuwe thuis. Pas nu drong tot Kaylah door dat dit gebouw haar nieuwe thuis was.